‘O Tod, wie bitter bist du’ (1912) is het derde motet van een reeks die Reger tussen 1909 en 1912 schreef. Het stuk bestaat uit twee strofen. In de eerste strofe wordt de bitterheid van de dood benadrukt die ook bij hen die nog volop in het leven staan, aanwezig is. In de tweede strofe wordt de vrede van de dood benadrukt voor hen die aan het einde van hun leven zijn.